Chateauneuf-du Pape is een klassieker, een stevige wijn die vaak in de wintermaanden wordt gedronken.
Veelal in combinatie met wildgerechten. Maar hoe is het ontstaan?
Het nieuwe kasteel van de paus
Aan het begin van de veertiende eeuw besloot Paus Clemens dat hij beter in Avignon kon verblijven dan in Rome. Enige tijd later werd er in opdracht van zijn opvolger Paus Johannes XXII een nieuw zomerverblijf gebouwd, op een plaats die later bekend zou komen de staan als Châteauneuf-du-Pape: het nieuwe kasteel van de paus. Helaas staat dit paleis er niet meer, het is tijdens de Franse revolutie en de WOII vernield.
Miswijn
Wijn werd er al gemaakt in de omgeving van het kasteel, maar de kwaliteit was niet bijzonder goed. De wijn wordt voornamelijk gebruikt als miswijn. Ook hierbij heeft Paus Johannes XXII een belangrijke rol gespeeld. Hij stimuleerde de wijnbouw rondom het kasteel. En hoewel de pausen de lokale wijnbouw hebben bevorderd, is de reputatie van de wijn pas écht gegroeid vanaf de 18e eeuw.
Regels
In 1923 werden er regels opgesteld die de wijn van Châteauneuf-du-Pape moest beschermen en verbeteren. Denk hierbij aan minimale alcoholpercentages, manier van oogsten en toegestane druivenrassen. De regels uit 1923 dienden uiteindelijk als uitgangspunt voor de eerste Appellation d’Origine Controlée van heel Frankrijk.
13 Druivenrassen
Een Châteauneuf-du-Pape mag uit 13 verschillende druivenrassen gemaakt worden. grenache, mourvèdre, cinsault, syrah, counoise, vaccarese, terret noir, clairette, muscardin, picpoul, bourboulenc, roussanne en picardin. Een ander kenmerk van de Châteauneuf-du-Pape zijn de grote kiezels in de wijngaarden. De stenen nemen overdag de warmte op van de zon en staalt deze weer af tijdens de nachtelijk uren. Hierdoor is de temperatuur rond de druivenstruiken veel gelijkmatiger dan elders.
Tegenwoordig wordt de Châteauneuf-du-Pape niet meer gebruikt als miswijn, daarvoor is de wijn te duur geworden.
Toch heeft het nog een pauselijk invloed doordat het logo van de paus in de fles geponst is.