Ieder land heeft zijn eigen kenmerken en vaak ook eigen druiven, voor Zuid-Afrika is de de Pinotage druif. 

Deze Pinotage druif is in 1925 ontwikkeld door professor Perold, hij kruiste de Pinot Noir druif met de Cinsault druif. In Zuid-Afrika werd de Cinsault druif ook wel Hermitage genoemd, daarom de samenvoeging tot Pinotage.

De druif is vroeg rijp en heeft een hoge opbrengst. Dat lijkt misschien interessant voor de wijnboer, een druif met een hoge opbrengst maar toch zie de druif voornamelijk in Zuid-Afrika. Het is geen makkelijke druif om mee te werken. Vaak wordt de wijn opgevoed op eikenhouten vaten.

De Pinotage heeft een aantal bijzondere geuren welke de druif uniek maakt. Voorkomende geuren zijn vijgen, mint, bramen en zwarte kersen Wat ook vaak voorkomt in de geur  zijn tonen van verbrand rubber. Niet iedereen weet dat te waarderen. Dit is voor de wijnboer dan ook een grote uitdaging.

Aan de geur van de Pinotge herken je de kwaliteit van de wijnboer. Een goed gemaakte Pinotage is een combinatie van fruit met iets rooktonen. Een slecht gemaakte Pinotage prikt in de neus (spiritus) en heeft een overdaad aan verbrand rubber in de geur.

Goede Pinotage is lekker in combinatie met wildstoofschotels, maar ook rood vlees van een houtskool barbecue doet het prima bij de Pinotage.

Voor Pinotage geldt wel "You love it, or You hate it." Gewoon proberen dus.